Veilig werken met stoffen

Veilig werken met stoffen

Jaarlijks overlijden er ruim 4000 mensen aan de gevolgen van beroepsziekten. En nog eens ruim 17.000 mensen worden ziek door hun werk. Blootstelling aan stoffen is de grootste oorzaak hiervan. Onder het motto 'Werken met gezond verstand, is veilig werken met gevaarlijke stoffen' wil de overheid het bewustzijn op de werkvloer vergroten.

In de bakkerijsector wordt met verschillende gevaarlijke stoffen gewerkt. Van de risico’s van meelstof is iedereen in de sector wel op de hoogte, maar er zijn nog meer gevaarlijke stoffen in het bakkersbedrijf waar op een zorgvuldige manier mee moet worden omgegaan, vertelt Mark Fleuren, adviseur arbeidsomstandigheden bij Dexis Arbeid. ‘Er zijn verschillende typen stoffen waarmee je te maken kunt krijgen. Naast allergene stoffen, waar meelstof onder valt, zijn er ook toxische stoffen, oxiderende stoffen, irriterende stoffen, corrosieve stoffen en brandgevaarlijke stoffen. Elk bedrijf heeft wel iets met stoffen te maken. En vergis je niet, want ook van natuurlijke stoffen kun je door hoge blootstelling ziek worden!’

Stoffenbeheersing

Fleuren vertelt dat het werken met stoffen in de risico-inventarisatie en -evaluatie moet worden opgenomen. ‘Er is een registratieplicht. Dat betekent dat er een stoffenlijst moet zijn waarop staat welke stoffen er in het bedrijf worden gebruikt, waar de stoffen worden gebruikt, wie met de stoffen werkt en wat de blootstelling is. Als er gezondheidsrisico is, moeten er maatregelen worden genomen om blootstelling te voorkomen. Kijk daarbij altijd eerst of het mogelijk is om de stof te vervangen door andere, minder schadelijke stoffen. Een belangrijk onderdeel van het stoffenbeheersingsplan is het informeren van werknemers. Werknemers moeten weten waar ze mee werken, wat mogelijke risico’s zijn en welke maatregelen er genomen zijn. Het is belangrijk om te zorgen dat maatregelen een vast onderdeel van het werkproces vormen. En vergeet daarbij niet de werkzaamheden van de technische dienst.’

Andere ingrediënten

Vaak wordt gedacht dat als een stof in een voedingsmiddel mag worden gebruikt, het dan wel veilig zal zijn, maar dat is niet per se waar. Meelstof en ingrediënten, zoals specerijen, zijn voorbeelden van natuurlijke stoffen die toch tot serieuze klachten kunnen leiden.

Fleuren: ‘Als bakker word je dag-in-dag-uit blootgesteld aan dit soort stoffen. Daardoor kun je een allergie ontwikkelen die zich uit in bakkersastma of -eczeem. In het ergste geval kan dat betekenen dat je niet meer in de bakkerij kunt werken. In de branche worden gelukkig veel maatregelen getroffen om blootstelling te minimaliseren. Zo is het verplicht om stuifarme strooibloem te gebruiken, mag er niet meer worden schoongemaakt met perslucht en moeten er gesloten kappen op de deegmengmachine worden geplaatst.’ Op Blijmetstofvrij.nl is hier alles over terug te vinden.

Daarnaast wijst Fleuren op andere natuurlijke additieven zoals aardbeiensap en citroensap. ‘In voeding worden dit soort producten enorm verdund, maar de concentraten in de bakkerij kunnen bij contact met de huid of ogen pijnlijke reacties veroorzaken. Je moet hiervoor dus ook zeker maatregelen nemen, zodat je er niet mee in aanraking komt.’

Ethanol

Alcohol (ethanol) is een stof die speciale aandacht vraagt, ook vanuit Inspectie SZW. Fleuren legt uit: ‘Ethanol is in Nederland gedefinieerd als een kankerverwekkende stof. Dat betekent dat je verplicht bent om te kijken of er een minder schadelijk alternatief is. Alleen als dat er niet is, mag je ethanol gebruiken. Alcohol verdampt snel waardoor je het gemakkelijk inademt. Vernevel nooit de alcohol en volg de instructies op de verpakkingen van producten die ethanol bevatten.’

Schoonmaakmiddelen tasten de natuurlijke bescherming van de huid aan. Het is belangrijk om handschoenen te dragen bij schoonmaakwerk. Fleuren: ‘Let er wel op dat het type handschoen dat je gebruikt ook bestand is tegen het type middelen dat je gebruikt en voor hoe lang! Kijk extra uit bij agressieve middelen, bijvoorbeeld om een oven schoon te maken. Let goed op de etiketten en draag oogbescherming.’

Schoonmaakmiddelen met chloor veroorzaken een extra risico. Bij vermenging met zuren komt het zeer giftige chloorgas vrij. Zuur zit bijvoorbeeld vaak in ontkalkingsproducten. Chloorhoudende producten kunnen ook met andere stoffen reageren. Daarom moet je schoonmaakmiddelen nooit met elkaar mengen. Ook desinfecterende middelen, bijvoorbeeld die in CIP-installaties worden gebruikt, moeten met zorg worden behandeld. Die desinfectiemiddelen zitten in een gesloten systeem, maar het zijn in hoge concentratie zeer bijtende stoffen. Bij dit soort stoffen moet je als onderdeel van het stofbeheersingsplan altijd nagaan wat er mis kan gaan. Welke voorzorgsmaatregelen neem je daarvoor en hoe wordt er gehandeld bij incidenten? Kijk voor meer informatie over schoonmaken in de hygiënecode voor de Brood- en Banketbakkerij.

1x1=3

De aard van het werk in het bakkersbedrijf kan bepaalde risico’s vergroten, bijvoorbeeld het vele handen wassen. Vanuit het oogpunt van hygiëne wordt daarbij vaak sop of een desinfecterend middel gebruikt, maar dit tast de natuurlijke barrière van de huid aan, waardoor je in feite je huid open zet voor allergene stoffen, zoals meelstof. Bovendien kun je voor schoonmaakmiddelen ook allergisch worden. Vraag je bij elke keer dat je je handen wast af of je wel sop of desinfecterende middelen nodig hebt. Afspoelen met lauwwarm water is in veel gevallen ook voldoende.

CO2

Waar Fleuren specifiek aandacht voor wil vragen is CO2: ‘CO2 is op zich niet heel giftig, maar het verdringt zuurstof, waardoor je misselijk wordt en uiteindelijk flauwvalt. In de bakkerij kan CO2 op verschillende plekken vrijkomen. Bijvoorbeeld als er een lekkage ontstaat bij koelinstallaties, maar ook bij koud-ijs om te koelen. CO2 ruik je niet en zie je niet. Zorg daarom voor detectors, goede ventilatie en pas vooral op bij laag gelegen werkplekken (kelderruimtes) en alleenwerkplekken, bijvoorbeeld als iemand in de nacht aan het werk is.’

Tips

Ieder bedrijf dat met stoffen werkt moet een inventarisatie maken en maatregelen nemen. Maar Fleuren adviseert ook werknemers om eens na te gaan waar je nu eigenlijk allemaal mee in aanraking komt.

‘Kijk zelf eens naar de etiketten. En als je vragen hebt, stel die dan ook. In het bedrijf is de informatie meestal wel beschikbaar. Gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) die beschikbaar worden gesteld ook altijd. Zijn er geen PBM’s? Vraag daar dan naar bij je werkgever. Het gaat om jouw eigen gezondheid op de langere termijn, dus neem het heft in handen als dat nodig is.’

Werkgevers wil Fleuren vooral wijzen op het belang van duidelijke instructies. ‘Kijk welke handelingen van belang zijn en maak duidelijke werkinstructies. Zorg uiteraard dat de juiste PBM’s beschikbaar zijn. En met het oog op incidenten: zorg dat bhv’ers weten welke risico’s er zijn en hoe ze moeten handelen bij incidenten. Wat moet er gebeuren als er bepaalde stoffen in iemand z’n ogen komen? Of als iets ingeademd of ingeslikt is? Als je dat op zo’n moment nog moet gaan opzoeken, verlies je kostbare tijd en bestaat het risico dat er verkeerde beslissingen worden genomen met alle gevolgen van dien.’

Zelfinspectietool gevaarlijke stoffen

Om werkgevers te helpen bij het inventariseren van risico’s en het nemen van de juiste maatregelen heeft Inspectie SZW de Zelfinspectietool gevaarlijke stoffen ontwikkeld. Deze leidt je door de vier stappen die nodig zijn om aan alle eisen te voldoen: inventariseren, beoordelen, maatregelen nemen en borging. In de tool vind je concrete handvatten, veelgestelde vragen en er zijn verwijzingen opgenomen naar documenten en checklists.