De branche heeft meer Maud nodig
De bakkerijbranche is een traditionele branche. Toch vraagt deze tijd van grote veranderingen ook in de traditionele sector om transities.
De bakkerijbranche is een traditionele branche. Toch vraagt deze tijd van grote veranderingen ook in de traditionele sector om transities.
Het zit ons bakkers in het bloed: een heerlijk brood willen maken. De ene keer met een knapperige korst en flinke bite, de andere keer met een heuse smaakexplosie. Of iets minder explosief, maar nog steeds erg smaakvol.
Als ik begin mei over het Appeldijkje in de West-Betuwe fiets, besef ik hoe rijk wij mensen zijn. Kunnen zijn in elk geval.
Valt het jullie ook wel eens op? Dat acties bij de groothandels zich met name toespitsen op doorverkoop, halffabrikaten, mixen en poeders? Omdat wij in het bedrijf Terug naar de Basis werken, zit er voor ons eigenlijk nooit iets bij.
Dat wij ondernemers veel ballen hoog houden weten we nu wel. Ook weten en kunnen we veel. Ik kan ook veel niet.
De totale broodconsumptie in Nederland neemt weer wat af, terwijl de thuisconsumptie van brood in 2020 juist een goede wending heeft genomen. De jongste GfK-broodconsumptiecijfers tonen aan dat corona winnaars en verliezers kent. Gaat het om de kilo's of om de kwaliteit, vraag ik me af?
Al vrijwel sinds het begin van Proof Bakery denk ik aan het produceren van ijs. Want in heel Vathorst, met straks zo'n 35.000 inwoners is geen versgedraaid en huisgemaakt ijsje te krijgen. Alles is ingekocht en ik vind dat zo'n grote wijk juist ook de ervaring van een recht voor je neus bereid ijsje verdient.
Soms ben ik de olifant die door de porseleinkast stampt. Soms de olifant die niet vergeet wie hem belazerd heeft. Altijd ben ik de olifant die de dagelijkse dingen steeds op dezelfde manier doet. Olifantenpaadjes zijn het, die dagelijkse gewoontes, ingesleten in het gras.
Ik werkte aan de actieplanning en zag dat het bijna vrouwendag is. Op 8 maart voor wie het interesseert. Ergens maakt mij dat altijd een beetje boos. Hoezo hebben wij dat nodig? Maar tegelijkertijd besef ik dat het nog steeds nodig is.
Vijf ben ik. Ik lig met mijn hoofd op mijn armen. Op de balkonrand, in het theater. Ik kijk naar de documentaire: 'De stem van het water' van Bert Haanstra. Ik denk eraan terwijl ik naar mijn kleinzoon van nog geen vijf kijk: Hij ligt met zijn hoofd op zijn armen. Op de tafel, voor zijn iPad.