Beroepsziekten voorkomen met inzet sensoren

Beroepsziekten voorkomen met inzet sensoren
Meelstof kan zorgen voor allergieën en uitval van medewerkers. Foto: Shutterstock

Blootstelling aan meelstof is een serieus risico voor de gezondheid van bakkers. Metingen geven inzicht in de momenten waarop de blootstelling te hoog is en dat is belangrijk om gericht maatregelen te nemen. Met sensoren kan vaker worden gemeten dan via traditionele meetmethoden. Onderzoeksinstituut TNO deed onderzoek naar de blootstellingsniveaus in bakkerijen en de inzichten die de sensoren verschaffen.

Nieuwe technologieën bieden nieuwe kansen om gezondheidsrisico’s als gevolg van werk te verminderen. Sander Ruiter en Eelco Kuijpers van TNO onderzoeken het gebruik van nieuwe technologieën bij de preventie van beroepsziekten. Kuijpers: ‘Wij zijn dagelijks bezig met toegepast onderzoek naar de effectiviteit en toepasbaarheid van nieuwe technieken om beroepsziekten te voorkomen.’

Astma en eczeem

Langdurige blootstelling aan meelstof kan leiden tot bakkersastma en bakkerseczeem. Deze beroepsziekten veroorzaken zulke ernstige klachten dat het zelfs kan betekenen dat je het bakkersvak moet verlaten. Het verminderen van de blootstelling aan meelstof is daarom erg belangrijk. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat er in iedere bakkerij dagelijks momenten zijn waarop de grenswaarden voor blootstelling worden overschreden. Kuijpers: ‘Om gerichte maatregelen te nemen om deze vervelende beroepsziekten te voorkomen, is meer inzicht nodig in de momenten van blootstelling’.

Realtime meten

Tot nu toe laten bakkerijen af en toe blootstellingsmetingen uitvoeren. Kuijpers: ‘Het nadeel daarvan is dat het momentopnamen zijn. Over wat er in de tussentijd gebeurt, is vaak niets bekend, terwijl we weten dat er veel variatie zit in blootstelling. Ook krijg je niet te weten wanneer tijdens de meting de blootstelling het hoogst is.’ Op deze punten kunnen sensoren uitkomst bieden. ‘Met sensoren kun je continu meten en krijg je een duidelijk beeld over pieken in blootstelling over de dag en zelfs over meerdere dagen, en bij diverse werkzaamheden.’

'Door een sensor te dragen, kun je als bakker zelf zien bij welke werkzaamheden er een hoge stofblootstelling ontstaat'

Eelco Kuijpers, TNO

Ruiter: ‘We weten dat bepaalde werkzaamheden tot hogere blootstelling aan meelstof kunnen leiden en ook dat de manier van werken verschil maakt. Door een dag of een paar dagen een sensor te dragen, kun je als bakker zelf zien bij welke werkzaamheden er een hoge stofblootstelling ontstaat.’ TNO deed eind 2019 twee weken lang onderzoek bij twee industriële bakkerijen.

Voor dit onderzoek werden enkele medewerkers voorzien van stofsensoren. ‘Wij wilden ook de werking van verschillende stofsensoren testen, vandaar dat we gebruik maakten van een harnasje met meerdere sensoren. Maar voor normaal onderzoek in een bedrijf of bij normaal gebruik is één geschikte sensor voldoende.’

De geteste sensoren doen elke paar seconden een meting, waardoor je goed ziet op welke momenten iemand hoog wordt blootgesteld aan meelstof. Bij één van de bakkerijen bleek uit de gegevens bijvoorbeeld dat wanneer een bakker bij een specifieke lijn stond, er veel blootstelling ontstond. Aan het einde van die lijn zat een harde borstel om de band schoon te maken. ‘Als je weet dat daar veel meelstof vrijkomt, kun je nadenken over hoe je dat kunt tegengaan. Bijvoorbeeld door dit deel van de lijn af te schermen en lokaal af te zuigen’, vertelt Ruiter.

Werkmethodes vergelijken

Met de sensoren is het ook mogelijk om verschillende werkmethodes met elkaar te vergelijken. Ruiter: ‘De sensoren laten duidelijk de trends zien in de blootstelling. Je kunt precies zien waar de pieken zitten. Zo kun je zelf verschillende manieren van bijvoorbeeld verstuiven proberen en de effecten daarvan op de blootstelling zien. Je kunt eventueel ook de verschillen tussen collega’s zien (zie ook het voorbeeld). Misschien werken zij net iets anders waardoor een hogere of lagere blootstelling ontstaat? Op die manier kun je van elkaar leren.’

Voorbeeld van sensormetingen. In deze grafieken is te zien dat er ongeveer elke 10 minuten meelstof vrijkomt doordat een zak meel wordt gestort (bakker 1). Ondanks dat bakker 2 dezelfde activiteit uitvoert na bakker 1 verschilt de hoeveelheid stof die vrijkomt, waarschijnlijk door de manier van storten.

Bewustwording

Metingen zijn belangrijk om aan te tonen wanneer de blootstelling (te) hoog is, vertelt Ruiter. Deze informatie met concrete meetresultaten maakt medewerkers bewust van wat er gebeurt. ‘Vergelijk het met een stappenteller: ook die maakt mensen bewust van hoeveel ze nu eigenlijk bewegen.’ In de bakkerijsector hangen de overschrijdingen van de blootstelling voor een groot deel samen met enkele specifieke werkzaamheden en locaties.

'Vergelijk het met een stappenteller: ook die maakt mensen bewust van hoeveel ze nu eigenlijk bewegen'

Sander Ruiter, TNO

‘De meetgegevens laten zien waar die pieken zitten. Je kunt daardoor gericht maatregelen nemen en vervolgens de resultaten van die maatregelen meten om te zien of je daadwerkelijk de blootstelling hebt verlaagd. De metingen helpen om het gesprek hierover te onderbouwen en laten zien hoe groot het probleem is, of misschien juist niet.’

Privacy

Dat betekent wel dat je als werknemer tijdelijk ‘gevolgd’ wordt via een sensor. Volgens Sander Ruiter vonden de betrokken medewerkers dat geen probleem. ‘Onze ervaring is dat er juist enthousiast wordt meegewerkt, als je maar goed uitlegt waar de metingen voor bedoeld zijn en verantwoord omgaat met de data. Het nut van deze metingen wordt gezien. Het is niet nodig om altijd met een sensor rond te lopen. Enkele dagen is al voldoende om een eerste inzicht te krijgen.

Het is wel interessant om regelmatig opnieuw te meten, zeker als er aanpassingen zijn gedaan. Zo kun je de effectiviteit van de maatregelen testen. Zorg verder dat vooraf duidelijk is wie de meetgegevens kan inzien.’ Kijk voor maatregelen om blootstelling aan meelstof te verlagen op de site.

Toekomstmuziek

De onderzoekers zien verschillende andere toepassingen met de sensoren, bijvoorbeeld door te combineren met automatische meldingen. Kuijpers: ‘Op het moment dat een te hoge blootstelling wordt gemeten, zou je bijvoorbeeld een melding kunnen krijgen, zodat je direct maatregelen kunt nemen. De metingen zouden ook gekoppeld kunnen worden aan machines en systemen, zodat bijvoorbeeld de afzuiging vanzelf aanspringt op het moment dat de blootstelling te hoog wordt. Hiervoor moet de sensortechniek nog wel verder worden doorontwikkeld.’

Zelf meten met sensoren

Traditionele metingen die worden uitgevoerd door externe partijen zijn kostbaar. Een sensor waarbij je zelf de trends in blootstelling kunt nagaan en die communiceert via een app of website kost een paar honderd euro. De sensor kan door verschillende medewerkers na elkaar gebruikt worden en vaker worden ingezet. Daarmee is het een relatief goedkope manier om de blootstelling aan meelstof te meten en maatregelen te kunnen nemen.
Het RIVM heeft een overzicht van beschikbare sensoren die worden gebruikt voor het meten van fijnstof in de buitenlucht. Volgens de onderzoekers van TNO zijn de sensoren die zijn gebruikt in dit onderzoek (PATS+ (Berkeley Air), Plantower PMS5003 en PMS7003, OPC-R1 (Alphasense) en Airbeam2, Habitatmap) geschikt om in ieder geval de trends in blootstelling te kunnen meten. Ze zijn alleen nog niet nauwkeurig genoeg om te kunnen toetsen tegen de grenswaarden.

Dit artikel is mogelijk gemaakt met ondersteuning van het ESF.